
maandag, februari 03, 2003
Op 6 mei vorig jaar werd Pim Fortuyn in het Mediapark in Hilversum vermoord. De winnende foto heeft voor het vak nog een interessant juridisch aspect. Toen Utrecht na de moord op Fortuyn over het hek van het Mediapark klom, wist hij zich, via de mobiele telefoon, gesteund door zijn ANP-chef Leo Blom. Dat hij werd opgepakt deerde niet. Hij was in overtreding, maar dat is het risico van het vak. Willens en wetens begaf hij zich immers op 'verboden' - want door de politie afgezet - terrein.
Maar dat de politie zijn fotokaarten uit de camera haalde, kon natuurlijk niet. In de consternatie van het moment en direct daarna, door het succes van zijn foto, lieten hij en het ANP het er maar bij zitten. Ze dienden geen formele klacht in over de handelwijze van de politie, temeer daar de fotokaarten die de politie in handen kreeg van geen betekenis waren. Utrecht kreeg de volgende dag trouwens zijn fotokaarten terug. Vlak voor hij op de parkeerplaats van het Mediapark werd aangehouden had hij de tegenwoordigheid van geest en de professionele instelling om het kaartje met de foto's van Pim Fortuyn meteen te verstoppen.
Hans Kouwenhoven, voorzitter van de NVF sectie fotojournalisten van de NVJ, wijst erop dat er destijds een uitspraak van een Officier van Justitie is geweest inzake het handelen van politie in dit soort gevallen. 'De politie mag geen apparatuur in beslag nemen. Dit is dus een daad die nergens op slaat.' Petra Oudhof, NVJ-jurist, bevestigt de mening van Kouwenhoven. Bron: De Journalist.
Dit is natuurlijk maar één kant van het verhaal. Robin Utrecht liep dwars door het sporenonderzoek heen. Was Volkert van der G. niet direct na de moordaanslag opgepakt, dan was zijn opsporing voor het grootste deel afhankelijk geweest van die uiterst kwetsbare sporen. Wellicht zouden die zodanig zijn verstoord dat de opsporing onmogelijk was geworden.
Al is inbeslagname van apparatuur in eerdere gevallen onrechtmatig gebleken, het lijkt me dat de politie (en in het verlengde daarvan het O.M.) stappen had kunnen ondernemen tegen een fotograaf die willens en wetens een politie-afzetting negeert en een onderzoek van de technische recherche verstoort. Daarbij valt te denken aan intrekking van de politieperskaart van de betreffende fotograaf.
Ook het toekennen van de Zilveren Camera aan een fotograaf om het kale feit dat hij politieregels overtrad waar zo'n vijftig andere fotografen zich er wel aan hielden, lijkt mij een verkeerd signaal.
Maar dat de politie zijn fotokaarten uit de camera haalde, kon natuurlijk niet. In de consternatie van het moment en direct daarna, door het succes van zijn foto, lieten hij en het ANP het er maar bij zitten. Ze dienden geen formele klacht in over de handelwijze van de politie, temeer daar de fotokaarten die de politie in handen kreeg van geen betekenis waren. Utrecht kreeg de volgende dag trouwens zijn fotokaarten terug. Vlak voor hij op de parkeerplaats van het Mediapark werd aangehouden had hij de tegenwoordigheid van geest en de professionele instelling om het kaartje met de foto's van Pim Fortuyn meteen te verstoppen.
Hans Kouwenhoven, voorzitter van de NVF sectie fotojournalisten van de NVJ, wijst erop dat er destijds een uitspraak van een Officier van Justitie is geweest inzake het handelen van politie in dit soort gevallen. 'De politie mag geen apparatuur in beslag nemen. Dit is dus een daad die nergens op slaat.' Petra Oudhof, NVJ-jurist, bevestigt de mening van Kouwenhoven. Bron: De Journalist.
Dit is natuurlijk maar één kant van het verhaal. Robin Utrecht liep dwars door het sporenonderzoek heen. Was Volkert van der G. niet direct na de moordaanslag opgepakt, dan was zijn opsporing voor het grootste deel afhankelijk geweest van die uiterst kwetsbare sporen. Wellicht zouden die zodanig zijn verstoord dat de opsporing onmogelijk was geworden.
Al is inbeslagname van apparatuur in eerdere gevallen onrechtmatig gebleken, het lijkt me dat de politie (en in het verlengde daarvan het O.M.) stappen had kunnen ondernemen tegen een fotograaf die willens en wetens een politie-afzetting negeert en een onderzoek van de technische recherche verstoort. Daarbij valt te denken aan intrekking van de politieperskaart van de betreffende fotograaf.
Ook het toekennen van de Zilveren Camera aan een fotograaf om het kale feit dat hij politieregels overtrad waar zo'n vijftig andere fotografen zich er wel aan hielden, lijkt mij een verkeerd signaal.